Stellantis wil het aanbod van emissievrije commerciële voertuigen aantrekkelijker maken. Stellantis gelooft in de toekomst van waterstofauto’s en is bezig met de ontwikkeling van een een aangepaste versie met de basis die nu wordt gebruikt voor elektrische busjes. Het concept zal in ieder geval naar Citroën, Opel en Peugeot gaan.
Nieuwe emissievrije keuze: waterstofbusjes
Stellantis heeft al een groot aanbod van volledig elektrische aangedreven voertuigen zoals de Citroën ë-Jumpy, Opel Vivaro-e en Peugeot e-Expert. Daar komt in de toekomst een nieuwe emissievrije keuze bij: namelijk waterstof. Het platform van de eerder genoemde busjes wordt als basis gebruikt en daaraan wordt een brandstofcel toegevoegd. Daarvoor wordt een deel van accucapaciteit ingeleverd om ruimte te maken voor de opslag van waterstof. De brandstofcel wordt toegevoegd in de motorruimte van de busjes.
Resultaat
Het resultaat is een elektrisch aangedreven bus die zijn elektriciteit haalt uit een waterstofauto vrij groot accupakket, in plaats van dat de elektriciteit vanuit een krachtige brandstofcel snel via een klein accupakket doorgaat naar de elektromotor. Het wordt ook wel ‘mid-power’ genoemd. Er wordt een middenweg gezocht tussen een krachtige brandstofcel en een brandstofcel die enkel als range-extender fungeert. Het accupakket zal 10,5 kWh capaciteit krijgen, de elektriciteit wordt uit 4,4 kilo waterstof door een 45 kW brandstofcel gegenereerd. Volgens Stellantis zal dat goed moeten zijn voor zo’n 400 km actieradius bij een volle waterstoftank.
Aanpak
Deze aanpak heeft volgens Stellantis als voordeel dat de elektrische busjes met een brandstofcel nog steeds evenveel ruimte bieden als de volledig elektrische busjes. Het is dan niet nodig om hele grote structurele veranderingen door te voeren. Stellantis wil aan het einde van dit jaar starten met de productie. Het concept gaat naar Citroën, Opel en Peugeot. Dat zal in eerste instantie een waterstof-Jumpy, waterstof Vivaro en waterstof Expert opleveren, waarna er in de toekomst meer volgen.
Bron: Autoweek